Bij de jongste Presidentsverkiezingen in El Salvador won President Bukele met vlag en wimpel. Hij is razend populair.
Het electoraal Instituut moest wel toegeven dat het electronisch systeem niet echt had gewerkt en alles manueel moest worden nageteld, maar goed, het was met een overgrote meerderheid dat Bukele over de eindstreep kwam en nagenoeg het hele Parlement in zijn dienst staat.
Die populariteit komt van de bijzonder harde manier waarop de President het geweld in zijn land heeft aangepakt. El Salvador ging gebukt onder de gruwel van jeugdbendes, ‘mara’s’ genaamd, die met drugs dealen, afpersing en moorden hun greep op vooral de steden bestendigden. Bukele heeft zo’n 80.000 mensen achter de tralies gestopt. De bevolking herademt. Je zou voor minder.
Alleen, zo vlotjes gaat het er toch niet aan toe en de ‘vermoedelijke terroristen’ zijn lang niet allemaal lid van de mara’s. Mensen worden vrij willekeurg opgepakt, of iets minder willekeurig als het om politieke opposanten of over milieuverdedigers gaat.
Er werd in El Salvador in 2017 een verbod goedgekeurd op metaalmijnbouw. Bukele wil daarvan af en vervolgt de milieuverdedigers genadeloos.
Er zijn inmiddels al zo’n vijfhonderd klachten ingediend wegens de doden die in de gevangenissen vallen, en 3.400 wegens schendingen van mensenrechten.
De organisatie ‘Humanitair Juridische Hulp’ spreekt van 241 doden in de gevangenissen, waarvan 44 % door geweld of martelingen en 29 % door gebrek aan medische hulp. Een grote meerderheid zou trouwens niets met de jeugdbendes te maken hebben.
Bukele staat model voor andere politieke leiders in Latijns Amerika. President Noboa van Ecuador en kandidaat-President Xochitl Galvez in Mexico willen een vergelijkbaar beleid volgen.