Er is weer heel wat te doen rond ‘the war on drugs’. In Antwerpen. In Mexico. Vandaar.
Vandaag, maandag 15 januari begint in Brooklyn, New York, het proces tegen Genaro García Luna, de architect van de drugsoorlog in Mexico. Hij was hoofd van de politie onder President Fox en Minister van Openbare Veiligheid onder President Calderón. Hoeveel honderd miljoen de man op zak heeft gestoken en/of uitgedeeld aan andere politici is niet geweten. Maar het zijn er veel. Er zijn bewijzen. García Luna werd door de V.S. ook lang als een ‘betrouwbare vriend’ beschouwd. De samenwerking liep gesmeerd.
Vorige week werd in Noord-Mexico de zoon van ‘El Chapo’ opgepakt, Ovidio Guzman. Dat was al de tweede keer. Maar de eerste keer waren de militairen niet zo goed voorbereid. Ze waren verbaasd dat ‘de clan’ rond Ovidio meteen klaar stond met zware wapens en een echte oorlog begon. Ze lieten de jonge man dan maar weer vrij, want veilig wegkomen met hun gevangene zat er niet meer in. Dit keer is het dus wel gelukt, hoewel, meer dan dertig (30!) doden, waaronder tien militairen. Ovidio zit nu in de gevangenis en doet er alles aan om zijn uitlevering aan de V.S. tegen te houden. Detail: net zoals bij zijn vader is er geen enkele klacht tegen hem in Mexico zelf. Die wordt nu voorbereid, waardoor de uitlevering ook wel enkele jaren in beslag kan nemen.
De drugshandel is een zwaar discussiepunt tussen Mexico en de V.S. Mexico voert nu vooral fentanyl uit naar de V.S. en daar vallen opvallend veel doden mee, door overdoses. De V.S. wil dat doen stoppen. En stuurt DEA-mensen naar Mexico om de handel onder controle te krijgen. Het lukt niet.
Het antwoord van Mexico aan de V.S. is ook steevast hetzelfde: jullie burgers vrágen drugs en jullie laten een illegale wapenhandel toe. Het zijn jullie wapens die doden in ons land. Stop daarmee.
Dit is niet de plek voor een grondige analyse van de problematiek. Wel voor drie simpele opmerkingen.
De drugshandel bestaat omdat er vraag is naar drugs. Dat is een maatschappelijk probleem dat niet met een ‘oorlog’ kan opgelost worden. De maatschappij is ziek, en daar heeft de huidige politiek zeer veel mee te maken. Het is niet het recreatieve gebruik van wat hash of weed dat voor problemen zorgt, wel de hard drugs, de medicijnen en de verslaving. Dat is in alle gevallen een binnenlands probleem dat militairen niet kunnen oplossen.
Wie militairen naar de haven van Antwerpen wil sturen, komt misschien eerst even kijken naar Mexico. Dit is een land van geweld en van wapens. Sinds meer dan vijftien jaar wordt hier een ‘oorlog tegen drugs’ gevoerd, het wordt enkel erger. Alle presidenten voeren de militaire druk op en de kartels bewapenen zich meer en beter dan het leger. Wie leger zegt, zegt wapens. Wie wil dit? Wie haalt er voordeel bij? Vandaag staat het Mexicaanse leger zelfs in de metrostations. Wie in hun handen valt kan best snel een gebedje zeggen.
De drugshandel kan niet bestaan zonder een zekere mate van medeplichtigheid van de politie en/of van de politieke wereld.
Legaliseren kan zeker helpen – in goede omstandigheden – maar is lang niet voldoende. De logica van oorlog, leger, wapens en corruptie moet er uit.
In een gezonde maatschappij, waar mensen bescherming krijgen, is geen plaats voor drugs. Met het uitsluitingsbeleid van de huidige politiek kom je er niet.