‘Iets ernstig’ over ongelijkheid…

‘Wie nog eens iets ernstig over ongelijkheid wil lezen’, twittert Ive Marx. ‘iets ernstig’? Ha, hij verwijst uiteraard naar het boek van Paul Goossens!

Niet dus. Hij verwijst naar een artikel in De Tijd waar een aantal academici hun wijsheid mogen etaleren over ongelijkheid. Of het al dan niet belangrijk is. Of het al dan niet de groei afremt. En of er meer belasting op kapitaal moet komen.

‘Een econoom verkiest belastingen die het totale welvaartsverlies minimaliseren. Dan is het beter de belasting op arbeid te verlagen, want daar is het effect groter: als je arbeid meer belast, gaan mensen minder werken of vroeger met pensioen.’ Dat soort waarheden.

Belastingen zouden dus ‘welvaartsverlies’ betekenen! Openbare diensten? Openbaar vervoer? Onderwijs? Gezondheidszorg?

Ach, ‘iets ernstig over ongelijkheid’, het zou zo anders kunnen. Niet kunnen is gewoon niet willen. Niet willen lezen, niet willen horen, niet willen weten.

Wat Conner Rousseau vandaag vertelt is volkomen in lijn met wat al decennialang mondiaal en Europees wordt gepromoot. De sociale zekerheid moet eraan. Werkloosheid en pensioenen zijn te duur. We streven naar basisbanen en basispensioenen! Wij strijden tegen de armoede! En de goegemeente loopt in de val.

Opvallend: Conner spreekt niet over een vrouw die huismoederschap verkiest boven een baan, maar boven een uitkering! Om subliminaal nog eens het zwarte beeld te versterken van al die vrouwen die ‘sociale fraude’ plegen.

Ja, we leven in België in een ‘zonnige paradox’, maar er werd heel veel kou geleden de afgelopen maanden. Dat hebben die academici met ‘ernstig’ nieuws over ongelijkheid niet gemerkt. En op 1 mei blijven ze thuis.

Ongelijkheid mondiaal bekeken. Don’t Look Up!

Er zijn drie mondiale instellingen die officiële kennis produceren en verspreiden over armoede en ongelijkheid: de Verenigde Naties (V.N.) en haar dochterinstellingen, de Bretton Woods instellingen (Wereldbank en Internationaal Muntfonds (IMF) en de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO). In deze bijdrage wordt het discours geanalyseerd van de V.N. en van Bretton Woods aan de hand van hun documenten die ze sinds het begin van deze eeuw over ongelijkheid produceerden.

De Verenigde Naties (V.N.) zijn, hoe onvolmaakt ook, de belangrijkste mondiale en politieke instelling van vandaag. De V.N. is de opvolger van de na de eerste wereldoorlog opgerichte en gefaalde ‘Volkenbond’. Nu, meer dan 75 jaar na haar stichting, telt ze 193 leden. Echte macht heeft ze niet, behalve in de altijd wankele Veiligheidsraad waarin de overwinnaars van de Tweede Wereldoorlog een vetorecht hebben. Moreel gezag heeft de V.N. echter wel, vandaar dat het belangrijk is haar documenten en die van haar dochterorganisaties te bestuderen, zeker voor haar belangrijkste bevoegdheden: vrede en veiligheid, mensenrechten en ontwikkeling. Ze spelen een grote rol voor de kennis die wordt opgebouwd en verspreid over tal van mondiale problemen en beïnvloeden het beleid van haar Lidstaten.

Hetzelfde geldt voor het Internationaal Muntfonds (IMF) en de Wereldbank. Deze twee zusterorganisaties staan in voor de monetaire stabiliteit in de wereld en voor hulp aan de ontwikkeling van wat aanvankelijk ‘onderontwikkelde’ landen werd genoemd. Deze instellingen, opgericht in 1944 in Bretton Woods, hebben wel meer macht, o.m. dankzij hun capaciteit om leningen te verstrekken en daar voorwaarden aan te koppelen. Vooral de Wereldbank speelt, net zoals de V.N., een grote rol in het opbouwen en verspreiden van kennis over ontwikkeling.

In deze bijdrage wil ik nagaan welke kennis deze instellingen creëren en verspreiden over ‘ongelijkheid’ en hoe deze kennis sinds hun ontstaan – het einde van de tweede wereldoorlog en de start van een dekoloniseringsproces met een daarbij horend ontwikkelingsproject – is geëvolueerd.

Lees verder “Ongelijkheid mondiaal bekeken. Don’t Look Up!”

Het Europa van verkeken kansen

De oorlog waar de Oekraïnse burgers het slachtoffer van zijn is niet enkel een oorlog van de VS tegen Rusland, maar ook tegen de EU. De EU heeft er alle belang bij goede relaties te blijven ontwikkelen met de rest van de wereld, met de V.S. zowel als met Rusland en China. Door zich blindelings te onderwerpen aan de NAVO riskeert ze in een ellendige verarmingspiraal terecht te komen en haar burgers zelfs letterlijk in de kou te laten staan. De E.U. heeft niets te winnen bij een unipolaire wereld, wel integendeel.