Vandaag zijn in Mexico vredesonderhandelingen begonnen tussen een delegatie van de Colombiaanse regering en het ELN, de laatste guerillagroepering van het land die na de Cubaanse revolutie is ontstaan. Het is de tweede onderhandelingsronde, de eerste vond plaats in Caracas, Venezuela en was vooral bedoeld als kennismaking.
Het worden geen makkelijke onderhandelingen. Het werd al een eerste keer geprobeerd in 2019, maar toen werden de gesprekken opgeschort wegens een aanslag van het ELN die 23 doden tot gevolg had. Bovendien zijn er in december wat misverstanden ontstaan naar aanleiding van uitspraken van President Gustavo Petro die niet werden aanvaard door het ELN.
Vandaag zegt de leider van de ELN-delegatie, Pablo Beltran, dat dwingend een eind moet gemaakt worden aan het oligarchisch regime in Colombia. Ondanks de progressieve regering, zo stelt hij, blijven de oude structuren bestaan en dat moet veranderen.
De agenda voor de gesprekken is die van 2019. Het gaat hoofdzakelijk over een staakt het vuren, hulp aan de getroffen regio’s en de verschillende stappen die nodig zijn om tot een transformatie van het land te komen.
Belangrijk is de participatie van de bevolking. In de delegatie van de regering, onder leiding van Otto Patino, zitten daarom inheemsen, Colombianen van Afrikaanse afkomst, militairen, vertegenwoordigers van de veehouders waarvan één extreem-rechtse aanhanger van oud-President Uribe die zich altijd tegen het vredesakkoord met de FARC heeft verzet.
Gustavo Petro zegt te willen werken aan een ‘totale vrede’ en dat impliceert inderdaad dat wordt gekeken naar de structurele oorzaken van de gewapende conflicten. In de onderhandelingen zullen zeker de lessen kunnen getrokken worden van het vredesakkoord met de FARC.
De ‘garantielanden’ voor de gesprekken zijn Mexico, Venezuela, Noorwegen, Brazilië, Chili en Cuba.